Skip Navigation or Skip to Content

5G-netwerk is cruciaal voor smart maintenance

Dit artikel is een publicatie van World Class Maintenance.

We zitten in een spannende tijd, zegt salesmanager Peter Goeijers van Ericsson Telecommunicatie. Logischerwijs doelt hij niet op de coronacrisis. Goeijers heeft het over de impact van het nieuwe mobiele communicatienetwerk 5G. Die is namelijk net zo fors als de introductie van de staalindustrie en automatisering dat eerder waren, zegt hij. “5G zal onze manier van werken veranderen.”

“5G is een key enabler voor industry 4.0 en daarmee ook voor smart maintenance”, vult directeur Loet Pessers zijn collega aan. Ericsson heeft zich vorig jaar aangesloten bij WCM en is deelnemer in Fieldlab Campione.

5G testlab in Rijen

Fieldlab Campione en Ericsson zijn buren op de Rijense Gate2-campus. Goeijers zoekt graag de samenwerking met de markt en dat kan prima met Campione, legt hij uit. “Voor ons is de komst van 5G de grootste verandering sinds de introductie van het mobiele netwerk. We hebben op de campus hier een stand alone 5G testlab gebouwd en dat is best uniek in Europa. Dat rollen we nu uit naar Campione, zodat bedrijven en studenten daarmee kunnen experimenteren en zich zo kunnen voorbereiden op de toepassingen die komen.”

Draadloze sensoren

4G, de huidige standaard, gaat vooral over connectiviteit en het versturen van data van A naar B. 5G gaat veel meer over het faciliteren van cloud computing, hoge overdrachtssnelheden en een grotere betrouwbaarheid van het netwerk. Pessers: “En over draadloze sensoren, want je kunt heel veel sensoren plaatsen op een kleine oppervlakte in bijvoorbeeld een chemische installatie of een fabriek. Al die sensoren leveren veel data op en die moet je uitlezen en analyseren. 5G maakt dat mogelijk en faciliteert zo smart maintenance. Een fabriek omstellen wordt bovendien eenvoudiger, omdat die kabels niet nodig zijn. En het nieuwe netwerk heeft ook nog eens een hogere mate van security dan wifi, dat nu veel wordt gebruikt.”

Lagere latency

Het nieuwe mobiele netwerk werkt met een lagere latency (de vertragingsduur in de communicatie tussen apparaten) dan het huidige. Bij 5G worden de gegevens in één milliseconde verzonden, terwijl dit bij het 4G-netwerk vijftig milliseconden duurt. Goeijers: “Een cruciale verbetering die veel mogelijkheden biedt voor nieuwe toepassingen. Je kunt bijvoorbeeld een technisch expert op afstand live mee te laten kijken zonder beeldvertraging. Een algemeen opgeleide onderhoudsmonteur kan met die hulp op afstand een specifieke taak uitvoeren.”

Nieuwe generatie technici

Bedrijven die bij willen blijven in de internationale concurrentiestrijd doen er goed aan om 5G te omarmen, zegt Goeijers. “In veel sectoren lopen het vakmanschap en de specialistische kennis terug, onder meer door de vergrijzing. De complexiteit van systemen neemt ondertussen toe. De nieuwe generatie technici heeft die jarenlange expertise vanzelfsprekend niet en krijgt ook de tijd niet om die kennis op te bouwen. Ze is wel gewend om met nieuwe, digitale tools om te gaan. Met een tablet de status van een installatie uitlezen, bijvoorbeeld. Of sensordata uitlezen en analyseren, zodat je onderhoudstaken op het juiste moment uitvoert, in plaats van te vroeg of te laat. Zaken waarbij 5G belangrijk is.”

De veiling van de 5G-frequenties moet nog plaatsvinden en het is nog niet helemaal duidelijk hoe een en ander straks in de praktijk gaat, zegt Pessers. Operators zoals T-Mobile, VodafoneZiggo en KPN zijn in principe de eerste aanspreekpunten voor bedrijven die met nieuwe toepassingen aan de slag willen en daarvoor het 5G-netwerk nodig hebben. Gesloten netwerken voor specifieke bedrijven behoren ook tot de mogelijkheden. Operator KPN is overigens ook WCM-lid en partner in Fieldlab Campione. Pessers: “Samen geven we bedrijven de mogelijkheid om producten te ontwikkelen met behulp van 5G. Wij zijn aanjager en facilitator. Het go-to-market model is weliswaar nog onduidelijk in afwachting van de licenties en de eventuele beperkingen die daarmee samenhangen, maar wij zijn er in ieder geval klaar voor.”

Marc Franken